anywherebut.reismee.nl

Bali: een vakantie in een vakantie

De hele wereld lijkt al naar Bali te zijn geweest en enerzijds zou je dan kunnen denken dat het misschien een beetje uitgekauwd is. Je kan ook zelf ondervinden waarom het zo’n populaire vakantiebestemming is. Dat is ons zeker gelukt en wij begrijpen heel goed waarom toeristen zo van dit Indonesische eiland houden. Naast de schoonheid ervan, hangt er een hele relaxte sfeer en krijg je veel waarde voor je geld. Tel daar de heerlijke nasi bij op en je hebt een topvakantie!
Wij begonnen onze 11 dagen op Bali in een fijn hotel in Kuta, het meest toeristische en drukke stadje van Bali. Hier zijn super veel winkels, restaurants en barretjes te vinden en is het altijd druk op straat. Leuk voor een paar dagen, maar zeker niet je hele vakantie. Na een aantal mooie wandelingen langs het strand en in het stadje, een avond shoppen en een bezoek aan het Hard Rock Cafe lieten we ons door een chauffeur van het hotel naar Ubud brengen, een dorpje met een totaal ander karakter dan Kuta.
In Ubud verbleven we in een guesthouse, een accomodatie type met veel voordelen. De prijzen zijn heel laag terwijl de kwaliteit in veel gevallen heel hoog is: de locals die zo’n kamer verhuren doen er alles aan om je verblijf zo prettig mogelijk te maken. Daarnaast leer je het echte Bali beter kennen, doordat de host je goede tips kan geven over mooie plekken in de omgeving en iets kan vertellen over de Balinese cultuur. Dit heeft ons in Ubud op prachtige plekken gebracht die nog niet bedolven waren onder toeristen: een steen tempel waarin de mooiste beelden en altaren uit steen zijn gehakt, een tempel met heilig water waar net een reinigingsritueel plaatsvond met honderden hindoes, een koffieplantage en een plek met een super uitzicht over de rijstvelden. We sloten de dag af met een bezoek aan het (wel toeristische) apenbos. In dit heilig verklaarde reservaat zonder omheining zijn de apen vrij om te gaan waar ze willen. Een leuke ervaring maar wel een plek waar je goed moet oppassen; de apen zijn enorm brutaal en deinsen niet terug om op je te springen en spullen af te pakken. We zijn zowel gevlooid als gebeten door de apen dus we waren blij dat we ons voorafgaand aan de reis hebben laten inenten tegen hondsdolheid.
Als je op Bali bent mag een bezoekje aan de Gili eilanden eigenlijk niet ontbreken. Drie idyllische eilandjes met elk een eigen karakter. Vanuit het noorden van Bali word je naar het grootste Gili eiland, Gili Trawangan, gevaren met een veerboot. Van de Balinese veerdienstregeling moet je niet teveel verwachten: lange wachttijden (in de bloedhete zon), slechte communicatie, een on-board arico die niet werkt en een bumpy vaartocht waar je gemakkelijk zeeziek van wordt. De helse oversteek van 2,5 uur ben je gelukkig snel weer vergeten zodra je het kraakheldere blauwgroene zeewater rondom de eilanden ziet. De eerste dag hebben wij op Gili Trawangan doorgebracht, ongetwijfeld het drukste eiland en met een bruisend nachtleven. Omdat we geen 18 meer zijn, vertrokken we de volgende dag naar het veel rustiger eilandje Gili Air waar we nog twee dagen zijn blijven plakken. Hier hebben we heerlijk gechild op het mooie strand en zijn we het eiland om gelopen, wat slechts een paar kilometer is. Omdat de eilanden zo klein zijn en de mooie natuur behouden moet blijven, zijn er geen brommers of auto’s. Na drie dagen hielden we het voor gezien en was Sanur (op Bali) de volgende bestemming.
Sanur is een stuk minder druk dan Kuta en vooral geschikt om lekker bij te komen. Het net nieuwe kunsthotel waar we verbleven bleek hiervoor bij uitstek de locatie. Smaakvolle strakke kamers, een stylish design, heel vriendelijk personeel en een infinity pool op het dakterras. Hier wil je zitten als je op Bali bent!
Uit praktische overwegingen zijn we de laatste dag teruggegaan naar Kuta, vlakbij het vliegveld. Terwijl we onze laatste rupiah uitgaven aan een hapje en een drankje kwamen we tot de conclusie dat sommige dingen op Bali een beetje eigenaardig zijn. Zo is het verkeer ronduit bizar te noemen, zo hectisch. Je mag wel over stalen zenuwen beschikken, wil je op een normale manier tussen de megakrappe straatjes en ellenlange files door laveren. Op straat ontgaat je ook niet de aandacht die wordt geschonken aan ceremoniële crematies. De hindoes op Bali nemen een reïncarnatie heel serieus en er wordt dan ook veel geïnvesteerd om dit mogelijk te maken. Wij zagen een ceremonie rondom een overleden lid van de koninklijke familie waarbij alles uit de kast werd getrokken. Inclusief de persoon zelf, die al twee maanden dood was. Dit is nog kort vergeleken bij een “normale” crematie van de gewone man. Het geld voor de ceremonie moet eerst bij elkaar gespaard worden, waardoor iemand meestal eerst begraven wordt en later weer wordt opgegraven voor de crematie.
Al met al een bijzondere cultuur, die heel interessant is en tot de verbeelding spreekt. Wat ons betreft heeft Bali alles om een vakantie tot een succes te maken. Her en der zijn de stranden een beetje vervuild, maar je kan niet alles hebben. Bali was echt een vakantie in een vakantie!

Het Kiwi Avontuur

Na een week chillen op Bali is het wel weer tijd voor een volgende blog. Je hoort vaak dat als je naar Australië reist, ook Nieuw-zeeland niet mag ontbreken aangezien je dan toch in de buurt bent. Hier is niets van gelogen! Alhoewel beide landen heel verschillend zijn en hun eigen charme hebben, heeft Nieuw-Zeeland wat ons betreft nog wel een streepje voor qua schoonheid. Het gras is altijd groener bij de buren is het spreekwoord, maar het gras is nergens zo groen als in Nieuw-Zeeland. Een enorm groen landschap, heel bergachtig en met vulkanische stranden. De schoonheid en een stabiel klimaat van rond de 20+ graden maken dit één van de meest leefbare landen ter wereld.
Na aankomst in Auckland en een korte nacht in een aftands vliegveld motelletje, vertrokken we richting het noorden. Het ongemak van het bloedhete en logge busje in Australië ingeruild voor een keurige middenklasse wagen met automaat.. Qua vervoer niets te klagen dus! De eerste uren rijden hielden we in Whangarei Heads voor gezien, waar we via Airbnb een prima slaapplek geregeld hadden. ’s Avonds werd ons duidelijk dat Nieuw-Zeeland qua openingstijden helaas weinig verschilt van Australië. Na 21.00 uur kan je een warme maaltijd rustig vergeten en is alles uitgestorven, zeker buiten de grote steden. Restaurants geven bij hun openingstijden aan “tot laat” open te zijn. Onze interpratie van laat is duidelijk anders.
De Bay of Islands stond op het programma de volgende dag, heel mooi en gemoedelijk! Alsof je door een Teletubbie landschap rijdt, zoveel ruimte en kalmte. Veel films worden in Nieuw-Zeeland opgenomen en de huizen en het schilderachtige kustlandschap komen op ons bijna set-achtig over. Pensionado’s genieten hier van de rust en dat is misschien het enige gemis: erg bruisend is het niet. Tijd dus voor Auckland, de grootste stad van Nieuw-Zeeland en tot onze verbazing niet de hoofdstad.
Auckland is meerdere keren tot meest leefbare stad ter wereld verkozen en dat is heel begrijpelijk. Een ruime schone stad, gebouwd op meer dan 50 groene vulkanen waarvan je sommige kan beklimmen. Mount Eden is de bekendste en op de top heb je een prachtig uitzicht over de krater en de stad. Ook One Tree Hill biedt een super uitzicht, waaronder op Mount Eden en de havens van Auckland. Vanuit de havens kan je onder andere de veerboot naar Waiheke Island pakken, wat echt een aanrader is.
Waiheke Island is prachtig en niet voor niets een tweede thuis voor the rich and the famous. Je hebt hier mooie stranden en baaitjes, met leuke en soms uitdagende wandelpaden. Tussen de groene bergen op het eiland die een beetje aan het Duitse Beieren doen denken, is het eiland bezaaid met wijngaarden. Het is het ideale eiland voor ontspanning en om mooie plaatjes te schieten.
Na Waiheke Island zijn we naar één van Nieuw-Zeelands’ bekendste bezienswaardigheden gereden: Cathedral Cove. Een adembenemende wandeling langs de kust leidt je naar een idyllisch strand waar eeuwenoude gevormde stenen uit de zee prijken en de rotsformaties aan de kust door natuursinvloeden voor mooie grotten hebben gezorgd. Het geheel laat duidelijk de rauwheid van Nieuw-Zeeland zien: een uitgestrekt en ongerept landschap waar de natuur het voor het zeggen heeft en volledig haar eigen gang gaat.
Om optimaal te kunnen genieten van de mooie natuur in Nieuw-Zeeland, moet je redelijk fit zijn en beschikken over een goede basisconditie. De meest indrukwekkende landschappen zijn vaak alleen per voet bereikbaar. Zo ook de top van Mount Maunganui, een niet meer actieve vulkaan met een hoogte van 232 meter. De wandelpaden rondom de berg bieden een spectaculair uitzicht over de regio Bay of Plenty. Eenmaal aan de top hebben we anderhalf uur de tijd genomen om te genieten van het uitzicht, die de inspanning door de soms stijle wandelpaden meer dan waard is!
Één van de steden die de meeste indruk op ons heeft achtergelaten is Rotorua. Deze stad beschikt over veel vulkanische activiteit waar je qua zicht en geur niet omheen kan. Er hangt 24/7 een lucht van rotte eieren en zwaveldioxide en je ziet op veel plekken grote dampwolken afkomstig van de
warmwaterbronnen. De geothermische activiteit is de bekendste toeristische attractie van Rotorua en dit kan je uitgebreid ondervinden door een bezoek aan Thermal Wonderland, een park met heel veel hete bronnen en bijbehorende zwaveldamp, permanent borrelende modderbronnen, een geiser en felgekleurde warme minerale bronnen. Na een wandeling door het park hebben we genoten van de tweede bekendste attractie van Rotorua: de Polynesische Spa. De hete minerale baden die ze hier hebben zijn niet te vergelijken met een spa thuis. Je ziet de mineralen als het ware in het water drijven en er hangt een lichte zwavellucht aan het water, naar het schijnt heel gezond voor lichaam en geest.
Voordat we vanuit hoofdstad Wellington de oversteek maakten van het noordelijk naar het zuidelijk eiland kwamen we bij toeval nog langs een prachtige waterval waar het ijskoude helderblauwe water met veel geweld een rivier in wordt gedrukt. Dit levert beelden op die je normaal alleen ziet op tv-kanalen als National Geographic of Discovery. Herinneringen voor het leven die onbetaalbaar zijn. Maar het absolute hoogtepunt van onze reis in Nieuw-Zeeland was de Tongariro Crossing op het zuidelijk eiland. Een 19,4 kilometer lange tocht door de (soms stijle) bergen. We hebben deze tocht binnen 7 uur volbracht en onderweg allerlei verschillende soorten landschappen gezien: vulkanen, meren, bossen, ijzige bergtoppen, heide en regenwoud. De Tongariro Crossing is volgens velen wereldwijd de beste eendagswandeling die je kunt maken. Echt een must-do als je in de buurt bent.
Nieuw-Zeeland heeft een diepe indruk op ons achtergelaten en willen we graag nog eens bezoeken, temeer omdat 2,5 week wel aan de korte kant was. Ook de mensen maken dit land de moeite waard. Kiwi’s, zoals ze ook wel genoemd worden, zijn vriendelijk en behulpzaam en staan relaxed in het leven. Hier heeft de prachtige omgeving waarin ze wonen ongetwijfeld invloed op gehad!